Dag 11: maandag 12 augustus 2013
Onze camperplek in Tartu bleek vannacht behoorlijk lawaaiig
vanwege het langsrijdend verkeer. Onze nachtrust is dus wel wat op de proef
gesteld.
Na het ontbijt ontdekken we, dat in onze badkamer de wasbak
en de doucheafvoer niet doorlopen. Doorprikken met een satéstokje levert geen
resultaat. Dus we nemen ons voor om ergens een “plopper” te kopen.
Rond 11.00 uur lopen we de stad in. Zonder paraplu. Prompt
begint het na een klein kwartiertje te regenen. Terug naar de camper om de
paraplu’s op te halen. Daarna blijft het zoals te verwachten is droog.
We maken een wandeling door Tartu en bekijken de vele neo-classisistische
gebouwen. Tartu is de tweede stad van Estland. Sinds de veertiende eeuw
herbergt het een universiteit. Van de ruim 100.000 inwoners is tweederde
student. De universiteit legt dus een behoorlijk stempel op de stad.
Als we terug zijn bij de camper, krijgen we van een
Italiaanse camperaar een goede tip voor een camperplek in Tallinn. Midden in
het centrum.
Om 14.00 uur vertrekken we naar het Peipsimeer. Dit is een
groot meer (het op 4 na grootste van Europa) in het oosten van Estland.
Halverwege het meer loopt de grens met Rusland. Als we Tartu uitrijden zien we
een Konsum. Hier doen we boodschappen en kopen we een “plopper”.
Eenmaal buiten Tartu wordt het rustig op de weg. We rijden door een aantrekkelijk landschap. Onderweg maken we stops om wat dorpjes te bekijken
De weg die we rijden wordt de uienroute genoemd. Huis aan huis worden door de bewoners langs de weg uien te koop aangeboden.
We stoppen we voor een bezichtiging van het slot Alatskivi.
Gebouwd in de veertiende eeuw. En vele malen verwoest en herbouwd. Maar nu weer
gerenoveerd. Het bevat o.a. een museum en een restaurant.
Daarna rijden we door naar Mustvee. We bekijken hier een
massagraf voor Russische soldaten uit WOII en de oudste kerk van de zogenoemde Oudgelovigen.
Deze groep gelovigen wilden zich indertijd niet voegen naar de godsdienstige
regels van de tsaar van Rusland. Daarom werden zij verdreven en vestigden zij
zich in Estland.
Bij het haventje van Mustvee vinden we een mooie camperplek
voor de nacht.
Dag 12: dinsdag 13 augustus 2013
Van Mustvee rijden we naar Narva, de noordelijkste
grensplaats met Rusland. De route biedt veel natuurschoon. Een compliment voor
de Esten, de wegen zijn prima.
In het plaatsje Vasknarva stoppen we om een klooster (aan de
buitenkant) te bekijken. Als we doorrijden loopt de weg dood. We staan ineens
voor een douanebord. Hier ligt de grens met Rusland. Het asfalt houdt op en gaat over in een karrenspoor.
We draaien de camper en kiezen een andere route.
In Kuremäe bezoeken we een klooster. Er is juist met een
dikke vette Volvo een hoge religieuze pief (een patriarch) op bezoek. Alle nonnen en priesters kijken blij en kussen
hem de hand. Het klooster is groot.
Centraal staat de kerk en daar omheen allerlei bouwgebouwen. Het lijkt of het
met moestuin en fruitbomen goeddeels zelfvoorzienend.
Ook is er verderop een
watertappunt, waar veel mensen door de nonnen grote flessen met water laten
vullen. We nemen aan, dat aan dit water een genezende of heilige kracht wordt
toegekend.
De grens wordt gevormd door een rivier. Aan de Estse kant
ligt het kasteel van Narva en aan de overkant het kasteel van Ivangorod.
In Narva begint het te regenen. En die houdt vandaag niet
meer op.
We besluiten naar een camping in Vösu aan de kust te rijden.
Onderweg komen we langs Sillamäe. In de Sovjettijd
was dit een geheime stad. Er werd uranium verrijkt. Het stadje ziet er wel mooi
uit. Het is onder Stalin in de vijftiger jaren in neo-classistische stijl
gebouwd. Het bewijs dat onder het sovjetregiem ook mooie architectuur mogelijk
was.
Om 19.00 uur komen we aan op de camping. Het regent nog
steeds.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten